Instroom technische sector schreeuwt om boost

‘Het moet nog meer en nog sneller’

Staatssecretaris Klijnsma
Uit onderzoek van VNO-NCW en MKB onder ondernemers in de economische regio Zwolle blijkt dat een derde van de bedrijven op dit moment kampt met een tekort aan werknemers. Het niet kunnen invullen van vacatures zorgt bij veel bedrijven voor problemen in de huidige bedrijfsvoering. De arbeidsmarkt staat onder druk door de beperkte aanwas van jongeren en het krappe aanbod van werknemers met het juiste profiel. Naast het krappe aanbod geven bedrijven ook aan dat groei van de eigen onderneming en veranderingen in vraag door nieuwe technologieën en andere werkprocessen oorzaken zijn van de tekorten. De Zwolse Ondernemer Frans Tollenaar vertelt erover in dit e-zine.

Tollenaar is directeur en eigenaar van het internationaal opererende Tollenaar Industries: in totaal vijf onderneming met vestigingen in Zwolle, Duitsland en Zuid-Afrika. Specialisaties variëren van plaatbewerking tot klant specifieke machinebouw en engineering tot industriële automatisering en vision guided robotics. Hij beaamt dat er een constant tekort is aan technische talenten.

“Het liefst namen we alleen al hier in de omgeving morgen honderd nieuwe medewerkers aan. Maar ze zijn er niet. We stellen vrij hoge eisen, dat klopt. Als familiebedrijf willen we standvastig blijven, ook in de toekomst. Daarom hechten we zeer aan kwaliteit van ons personeel. De kern van het probleem is mijns inziens dat veel te weinig mensen voor de sector techniek kiezen. De instroom verbetert wel, maar overheid en opleidingsinstellingen zouden nog veel meer aan promotie kunnen doen.”

Adoptiescholen en Technasiums

Er zijn al goede initiatieven, vindt Tollenaar. Zo noemt hij het Techniekpact (concrete afspraken tussen bedrijfsleven, onderwijs en overheid) dat de aansluiting van het onderwijs op de arbeidsmarkt in de technieksector moet verbeteren. Meer specifiek ook: de Techniekdagen, waarop bedrijven leuke activiteiten bedenken om kinderen in de leeftijd van 8 tot 15 jaar op een actieve manier te laten kennismaken met alle mogelijkheden in ‘de techniek’. Tollenaar: “Op de basisschool al het heilig vuur aanspreken, dat zou meer moeten gebeuren. Zo is er de mogelijkheid voor technische bedrijven om een basisschool in de omgeving te adopteren en die school te ondersteunen in techniekonderwijs. Maar wij ondervinden daar gek genoeg heel weinig respons op. Techniekzin aanwakkeren bij jongere kinderen lijkt hier nog niet écht te leven. In het Verenigd Koninkrijk pakken ze dat veel grootser aan. Ook goed vind ik de technasiumformule voor bètaonderwijs op havo en vwo (www.technasium.nl). In Nederland staat dit nog in de kinderschoenen, maar in Duitsland werkt het. Binnen onze Duitse onderneming hebben we er veel profijt van. In het kort komt het neer op een nauwe samenwerking tussen school en bedrijfsleven, waarbij scholieren en studenten al tijdens hun opleiding deels meedraaien binnen een technische onderneming en daar bestaande vraagstukken oplossen en projecten voltooien.”

Tollenaar onderneemt zelf natuurlijk ook van alles om de instroom een flinke hand te helpen: zo werkt het bedrijf mee aan de Week van de techniek, maakt het rondleidingen en stages mogelijk voor naar eigen zeggen ‘waanzinnig veel’ studenten en biedt het docenten uit alle geledingen van het Voortgezet onderwijs de mogelijkheid om een halve dag stage te lopen en met hun leerlingen rondleidingen te volgen. Zo krijgen docenten en leerlingen een beter beeld van de veelzijdigheid van werken in de techniek. Meer in de breedte ziet hij zeker de meerwaarde van samenwerken binnen de regio met andere ondernemers, met VNO-NCW en met opleidingsinstanties om de instroom te verbeteren. Een echte voortrekkersrol ziet hij echter nog niemand vervullen. “Misschien laat soms ook gewoon de zichtbaarheid van verschillende initiatieven vanuit werkgevers en werkgeversorganisaties te wensen over”, vraagt Tollenaar zich hardop af. 

Werktuigbouwers, software engineers en vaklieden hebben én houden de toekomst

“Ik verwacht niet dat er in de toekomst heel andere vaardigheden gevraagd worden. Werktuigbouwers, software engineers en vakmensen blijven we onverminderd nodig hebben. Of het nu gaat over vision guided robotics, waarvoor we liefst echte ‘wizzkids’ aannemen, of voor de toenemende vraag naar ontwikkeling van machines voor andere vormen van energieopwekking (windturbines op zee bijvoorbeeld). De instroom van mensen moet omhoog en snel ook. Wat de kwaliteit van opleidingen betreft zijn we tevreden. Mits leerlingen en studenten hun basiskennis er op orde krijgen. Want maatschappijleer en werken in projectteams, dat leer je in de praktijk wel. Liever zien we een stevige kennis in vakken als wiskunde. Daarop kun je prima verder bouwen. Dat geldt voor zowel medewerker als onderneming.”

Meer weten, stagelopen of werken bij Tollenaar Industries? Kijk op www.tollenaar.industries

Auke Oosterhoff, regiomanager VNO-NCW Midden:
“Nieuwe technologieën, robotisering en andere werkprocessen vragen nieuwe vaardigheden van mensen en een nieuwe kijk op de arbeidsmarkt. VNO-NCW Midden werkt op vele terreinen aan het tekort aan arbeidskrachten. Voorbeeld is de Tafel van Zwolle, dat arbeidsmarktonderzoek heeft laten doen in de arbeidsmarktregio Zwolle. Een van de resultaten is nu dat er meer regionale samenwerking komt en we gezamenlijk werken aan één Human Capital Agenda. We zien dat gemeenten, scholen en bedrijven echt willen investeren in een gezamenlijk aanpak. Een mooi voorbeeld in Zwolle is een project om mensen in de installatiebranche aan het werk te helpen. Ook in de zorg en de techniek zien we mooie samenwerking. Toch zijn we er nog niet. Er is een stevig programma nodig om mensen voor te bereiden op de baan van de toekomst. Daarom pleiten voor een regionaal ontwikkelingsfonds, waarmee we een impuls willen geven aan het scholen van werkenden. Investeren in mensen verdient topprioriteit”.

Tekst: Floortje Dekkers, Writewise tekstproducties